Op deze termijnen moet je letten bij een legitieme portie

Op deze termijnen moet je letten bij een legitieme portie

Er zijn verschillende voorwaarden van toepassing bij het opeisen van een legitieme portie. Het is bijvoorbeeld nodig om de legitieme portie schriftelijk op te eisen. Dat doe je bij de executeur of bij de erfgenamen en moet binnen een redelijke termijn geschieden. De redelijke termijn is dan door de belanghebbende vastgesteld. Op basis van artikel 4:63 lid 1 BW heb je de mogelijkheid om aanspraak te maken op je legitieme portie als je voldoet aan de redelijke termijn gesteld door belanghebbende en uiterlijk vijf jaar na het overlijden van de erflater. Er zijn dus al twee termijnen te onderscheiden bij het aanspraak maken op een legitieme portie. 

Redelijke termijn gesteld door belanghebbende

Heb je recht op een legitieme portie? Het is in dat kader interessant om te kijken wat dit eigenlijk inhoudt. Er zijn een aantal aspecten van belang bij een legitieme portie berekenen. De berekening vindt bijvoorbeeld plaats aan de hand van de waarde van de goederen van de nalatenschap. Daar zijn de giften bij op te tellen en bepaalde schulden zijn erop in mindering te brengen. Voor wat betreft de redelijke termijn geldt dat de belanghebbende een termijn mag stellen. De rechthebbende op de legitieme portie dient dan binnen die termijn te verklaren daar aanspraak op te maken.

Binnen vijf jaar na overlijden

Het recht om aanspraak te maken op de legitieme portie vervalt binnen vijf jaar na overlijden van de erflater. Het is belangrijk om voor het verstrijken van de vijf jaar uitdrukkelijk te laten weten aanspraak te willen maken. De vijf jaar betreft een vervaltermijn en is geen verjaringstermijn. Er bestaat dus geen optie om de termijn te verlengen of te stuiten. De termijn van vijf jaar lijkt lang, maar er bestaat een kans dat een kind niet direct op de hoogte is van het overleden van een ouder. Overigens heeft de notaris noch de erfgenaam een verplichting om het onterfde kind in het lichten over het overlijden.

Vordering opeisen na zes maanden

Een andere termijn om rekening mee te houden, heeft betrekking op het opeisen van de vordering. De hoofregel is dat het na zes maanden na het overlijden van de ouder mogelijk is om de vordering op te eisen. Doorgaans valt deze termijn in de praktijk langer uit, want er is vaak nog een langstlevende partner aanwezig. Indien de wettelijke verdeling in dat geval van toepassing is, geldt dat de vordering pas na het overlijden van de langstlevende partner is op te eisen.

Vordering op de erfenis met verjaringstermijn 

Er geldt ook nog een verjaringstermijn van twintig jaar nadat er tijdig aanspraak is gemaakt op de legitieme portie. De reguliere verjaringstermijn heeft dan betrekking op de vordering in geld op de erfenis. Tot slot is er nog een optie voor het onterfde kind om binnen vijf jaar gebruik te maken van het inkorten van giften. Bijvoorbeeld als de nalatenschap te kortschiet om de legitieme portie uit te kunnen betalen.